Ik mag er zijn

De eerste ontmoeting,
In de dagbesteding zie je mensen op hun meest kwetsbare momenten binnenkomen. Soms vol onzekerheid, soms verdwaald in een wereld die steeds een stukje kleiner wordt. Ik zal nooit vergeten hoe een vrouw voor het eerst binnenkwam. Ze stond in de deuropening, zichtbaar zenuwachtig, alsof ze niet wist of ze welkom was of niet.

Ik groette haar enthousiast, met een open houding en een glimlach. Ik zag hoe haar schouders iets ontspanden, hoe ze even ademhaalde. Vanaf die eerste dag voelde ze zich op haar gemak bij me. En in de weken die volgden begroette ik haar elke keer weer met dezelfde warmte. Langzaam ontstond er een band – niet omdat ik iets bijzonders deed, maar omdat ik haar écht probeerde te zien.

Het onverwachte afscheid,
Op een dag werd ze zomaar weggehaald uit de dagbesteding. Geen afscheid. Geen uitleg. Ik vroeg waar ze heen was gegaan, naar welk huis, maar dat mocht ik niet weten. Het voelde vreemd en abrupt, maar ik liet het rusten.

Na een tijdje ging ik in een ander huis werken. Ik liep de woonkamer binnen en daar zat ze, diezelfde vrouw. Ze keek op, schoot overeind vanuit haar stoel en riep enthousiast: “Hé! Dat is lang geleden!” Haar gezicht straalde. Ze was oprecht blij mij te zien, en ik voelde die warmte direct terug.

De erkenning,
We begonnen te praten, alsof er geen tijd was verstreken. Toen zei ze iets wat me diep raakte: dat ik haar in de dagbesteding altijd het gevoel had gegeven dat ze er mocht zijn. Dat ze met plezier naar die dagen uitkeek, vooral als ik er was.

Dat moment maakte me stil van binnen. Omdat het bevestigde wat ik al die tijd voelde: dat het er in dit werk niet alleen om gaat wat je doet, maar hoe je het doet.

Achter de dementie,
Als je iemand begroet met liefde, als je openstaat, als je ziet wie iemand werkelijk is, dan gebeurt er iets. Dan raakt de mens achter de kwetsbaarheid je aan.

Te vaak wordt iemand met dementie gezien als “de ziekte”, als iemand die niet meer weet, niet meer kan, niet meer begrijpt. Maar ze zijn niet gek. Ze raken niet hun menselijkheid kwijt. Ze blijven wie ze zijn, alleen soms verdwaald in een wereld die anderen niet meer helemaal begrijpen.

Wanneer je kijkt met aandacht, met geduld, met een open hart, zie je de persoon die achter de dementie schuilgaat. En als je die ziet, begrijp je hen beter. Begrijp je ook de dementie beter. Dan ontstaat er vertrouwen, erkenning, iets dat voelt alsof het er altijd al had moeten zijn.

De kleine gebaren die groot zijn,
Die ontmoeting herinnerde me eraan waarom ik dit werk doe. Waarom ik elke dag weer mijn naam noem, een hand aanbied, een glimlach geef. Omdat kleine gebaren groot kunnen zijn voor iemand die zich even verloren voelt.

En omdat het soms maar één warme begroeting is die iemand laat voelen:
ik hoor erbij, ik mag er zijn.

Vorige
Vorige

De weg naar vergeving